Lees de begeleidende brief aan het Comité van ministers, aan de ministers van Onderwijs en Cultuur van Nederland en Vlaanderen.

5 augustus 2009

Een jaar later: een tussenbalans

Hoewel wij ons ervoor hoeden de dag te prijzen voor het avond is, heeft het Pleidooi van het Nederlandse en Vlaamse Fonds voor de Letteren, het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, de Nederlandse Taalunie en het Expertisecentrum Literair Vertalen in het tussenliggende jaar een aantal resultaten opgeleverd die vertrouwen geven voor de toekomst.

Hieronder een overzicht van de positieve ontwikkelingen zowel in nationaal als in internationaal verband:

Masteropleiding Literair Vertalen

In maart kon de Nederlandse Taalunie berichten dat het Comité van Ministers van de Taalunie een onderzoek naar de haalbaarheid van een academisch masterprogramma literair vertalen ondersteunt. Het is de bedoeling dat dit programma zowel in Nederland als in Vlaanderen een plek zal vinden. Het samenwerkingsverband van decanen van de Nederlandse en Vlaamse Letterenfaculteiten heeft er inmiddels mee ingestemd dat de Universiteit Utrecht en de Lessius Hogeschool in Antwerpen als ‘kwartiermakers’ zullen fungeren. Het Comité van Ministers is bereid maximaal € 100.000 per jaar bij te dragen voor een opstartfase van drie jaar. Het ligt in de bedoeling dat in september 2010 zowel in Nederland als Vlaanderen wordt gestart met een pilot-programma.

Vertalen in het Nederlands: intensivering vertaalbeleid Fonds voor de Letteren

Het Fonds voor de Letteren wendt extra middelen aan ter bevordering van de deskundigheid van literair vertalers en het stimuleren van aankomend talent. Mentoraten worden direct gekoppeld aan stimuleringsbeurzen, het budget voor mentoraten is verruimd, ook voor meer ervaren vertalers, en cursussen en masterclasses worden in de beleidsperiode 2009-2012 gecontinueerd. Het budget voor projectwerkbeurzen is verhoogd, onder andere om meer te kunnen investeren in hoogwaardige vertaalprojecten van excellente vertalers. Daarnaast wordt extra ruimte gegeven aan verblijfsmogelijkheden voor vertalers in vertalershuizen of deelname aan specifieke vertaalprogramma’s in het buitenland en wordt samen met partners gewerkt aan initiatieven die de zichtbaarheid en het cultureel ondernemerschap van vertalers kunnen versterken.

Vertalen uit het Nederlands: extra middelen Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds

Voor de periode 2009-2012 heeft het ministerie van OCW het NLPVF extra middelen ter beschikking gesteld voor het bevorderen van de kwaliteit van vertalingen van Nederlandse literatuur. Deze middelen zullen worden ingezet voor een intensivering van de vertaalworkshops en mentoraten voor vertalers van Nederlandse literatuur en literaire non-fictie, in samenwerking met het Expertisecentrum Literair Vertalen. Daarnaast is het NLPVF ertoe overgegaan om in voorkomende gevallen bij buitenlandse uitgevers aan te dringen op een hogere en rechtvaardiger honorering van vertalers, waarvan 70% uit de extra fondsmiddelen wordt gesubsidieerd.

Europese ontwikkelingen

Ook in Europees verband lijkt het Pleidooi, dankzij de Engelse vertaling, zijn eerste voorzichtige vruchten af te werpen: in het ‘background paper’ bij de vertalersconferentie die de Europese Commissie op 20 april jongstleden in Brussel hield, werd dankbaar en rijkelijk uit het ‘Pamphlet’ geciteerd, net als in de toespraken van Commissievoorzitter Barroso en Eurocommissaris voor Multilinguïsme Orban. Het begint langzaam tot ‘Brussel’ door te dringen dat literair vertalen een vorm van culturele bemiddeling is, zoals in het Pleidooi wordt gesteld, en dat de tot nog toe geringe belangstelling die de Europese kiezers voor de Unie aan de dag leggen misschien wel zou kunnen varen bij die bemiddeling omdat daardoor de belangstelling voor andere culturen wordt gewekt. CEATL, het netwerk van Europese vertalersverenigingen, en RECIT, het netwerk van Europese vertalershuizen, zullen de Europese Commissie op korte termijn benaderen met voorstellen voor het nieuwe Europese Cultuurprogramma 2013-2019, waarin de honorering en mobiliteit van literair vertalers centraal zullen staan.

Nieuwe website

Het FvdL en het NLPV werken samen aan de ontwikkeling van een nieuwe website die, met het oog op de pluriformiteit van het literair aanbod, interessante schrijvers en boeken uit minder bekende en weinig vertaalde literaturen onder de aandacht brengt.

Het nieuwe letterenfonds

Het nieuwe letterenfonds dat van start zal gaan na de fusie van het Fonds voor de Letteren en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds zal aan het ministerie van OCW extra middelen vragen voor drie punten die in het Pleidooi worden genoemd, namelijk het bevorderen van de zichtbaarheid van literair vertalers, extra financiële ruimte voor vertalingen van cultureel belangrijke non-fictie en het beschermen van de pluriformiteit van het literaire aanbod door voor ‘moeilijke’ boeken of genres een combinatie van vertaal- en productiesubsidies aan uitgevers ter beschikking te stellen. Toen de letterenfondsen en OCW tot de fusie besloten, heeft het Ministerie zich voorstander getoond van een intensivering van het vertaalbeleid en toegezegd deze te zullen ondersteunen.

  • Greetje van den Bergh (wnd directeur FvdL)
  • Peter Bergsma (directeur Vertalershuis Amsterdam)
  • Henk Pröpper (directeur NLPVF)
  • Pieter Jan van der Veen (senior beleidsmedewerker FvdL)

Overigens schitterend vertaald. Voor het behoud van een bloeiende vertaalcultuur.

Onderzoek en basistekst: Martin de Haan en Rokus Hofstede, in opdracht van het Fonds voor de Letteren, het Vlaams Fonds voor de Letteren, het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, de Nederlandse Taalunie en het Expertisecentrum Literair Vertalen. De Engelse vertaling werd verzorgd door Jane Hedley-Prole en S.J. Leinbach.
De volledige tekst is te downloaden op www.vertaalpleidooi.nl, www.fondsvoordeletteren.nl en www.nlpvf.nl.